“Ik ben eetbaar”

““Neem gerust een hapje. Of neem mij mee naar huis.” “Zou je mij eten, wanneer ik op de grond lig?” “Zou je mij eten, wanneer ik een vieze kleur heb?” “Zou je mij eten, wanneer ik een kunstwerk ben?” “Ik…

““Neem gerust een hapje. Of neem mij mee naar huis.” “Zou je mij eten, wanneer ik op de grond lig?” “Zou je mij eten, wanneer ik een vieze kleur heb?” “Zou je mij eten, wanneer ik een kunstwerk ben?” “Ik…